Bob Wouda, rots in de branding in Oost-Oekraïne 

Foto: privé archief SPSN-O

Betreft een ouder interview met de huidige voorzitter; kort na de annexatie van de Krim in 2014.

Door Geert Jan Hahn, slavist, journalist en Oost-Europa-commentator.

De winter is gearriveerd en zorgt in Oost-Oekraïne voor "levensbedreigende omstandigheden", aldus de Verenigde Naties. De Nederlander Bob Wouda ziet het met leden ogen aan en biedt de Oekraïners een helpende hand.

INTERVIEW –
Al ruim tien jaar komt Bob Wouda in Oekraïne, als hulpverlener. De reden? Hij wil wat betekenen voor de Oekraïense jeugd en, in het bijzonder, weeskinderen. Maar dit jaar veranderde alles. Oekraïne is nu een land in oorlog, met honderdduizenden ontheemden. Plots gaat het niet meer om de toekomst, maar om overleven. Ook voor Wouda zelf.

De Nederlander, een voormalig cavalerie-officier die in 2003 vervroegd uit dienst trad, pendelt nu tussen Limburg en Kiev. Maar zijn leven draait om Oekraïne. Het land van zijn vrouw, zoon en Oekraïense familie. Bovendien maakte Wouda de laatste jaren veel vrienden en heeft hij zich gebonden aan tal van projecten. De Oekraïners nu de rug toekeren, dat wil hij niet. "Ik leef alleen voor hen, de rest kan me gestolen worden. In Nederland heb ik weinig meer te zoeken."

Loehansk
Voor de Oost-Oekraïense onrust deinst Wouda niet terug. Onlangs reisde hij per trein vanuit Kiev naar Loehansk, een regio die hij goed kent door zijn werk met weeskinderen. In de trein werd hij vreemd aangekeken. Want Loehansk viel eerder dit jaar in handen van pro-Russische rebellen. Zij riepen de stad en gelijknamige regio uit tot een volksrepubliek. Wat moest een Nederlander in zo'n gebied?

Maar Wouda had geen keus, zo vond hijzelf. Hij wilde medische hulpgoederen het gebied in krijgen en had daarvoor afgestempelde ziekenhuisdocumenten uit de regio nodig. Bureaucratie is bepalend in Oekraïne, ook in oorlogstijd. Helaas werd Wouda, vlak zijn aankomst in Loehansk, de trein uitgezet door bezorgde omstanders. "Je moet weg; Het is te gevaarlijk hier!" Een vriend haalde hem uiteindelijk per auto op. Maar de benodigde stempels had de hulpverlener helaas niet.

Valse reacties en bedreigingen
Over de situatie in Oekraïne heeft Wouda een uitgesproken mening: het is de schuld van het Kremlin, van Poetin. Regelmatig plaatst hij daarover Facebook-berichten. Zo hoopt hij onder andere Nederlanders te bereiken. Want waarom blijven hardere maatregelen tegen Rusland uit? Waarom helpen we Oekraïne niet meer? Voor Wouda is dat onbegrijpelijk.

Stuitend vindt hij ook de valse reacties en soms bedreigingen die hij krijgt vanuit het pro-Russische kamp. Reden om tijdelijk te stoppen met sociale media. Al is de hulpverlener nu, na veelvuldige verzoeken, toch weer actief geworden op het web.

Oekraïense onmacht
Ook de hulpverlening heeft Wouda dus niet terzijde geschoven. Integendeel. Samen met een Finse vrijwilliger regelt hij hulptransporten. Telkens weer is Wouda blij als het lukt. Als eindelijk alle papieren gereed zijn en grote vrachtwagens vol slaapzakken, kleding en schoenen kan vertrekken. En helemaal gelukkig is de hulpverlener als het transport de vluchtelingenkampen in Oost-Oekraïne veilig bereikt. Wouda: "Er zijn genoeg voorbeelden van rebellen die het transport kapen".

En de Oekraïense overheid? Die doet weinig tot niets, legt Wouda uit. Onmacht. Kiev heeft geen geld. De staat kampt met een failliete economie en zit aan de beademing van het Internationaal Monetair Fonds. Miljarden gaan op aan de oorlog. En nog zitten de soldaten in het Oosten zonder winterkleding. De burgers doen hun best, zamelen en masse geld in. Maar het lijkt soms dweilen met de kraan open. Honderdduizenden vluchtelingen zitten in eigen land zonder een dak boven het hoofd. Ze hangen rond op treinstations of zijn ondergebracht in inmiddels besneeuwde tenten.

Dreigende winterkou
Onlangs waarschuwde, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, voor 'levensbedreigende omstandigheden' in Oost-Oekraïne. Een humanitaire crisis dreigt. Geen eten, geen infrastructuur en niet of nauwelijks functionerende ziekenhuizen.

Wouda heeft pas nog voor veertig weeskinderen vervoer kunnen regelen. Weg uit het oostelijke gebied, naar het veilige westen van Oekraïne. Hij kent echter ook jonge vrouwen die in handen kwamen van de rebellen en dit, na misbruikt te zijn, niet overleefden. Of zoals hij het omschrijft, "zijn verdwenen".

De afgelopen tijd is Wouda niet meer in Loehansk geweest. Pas als het vrede is, overweegt Wouda weer die kant op te gaan. Al wordt dat ook een treurige ontmoeting. De huizen van zijn vrienden zijn óf bezet óf liggen in puin. "Maar als ik mensen die daar zijn achtergebleven kan helpen, dan zal ik het niet nalaten."